america-thirst.reismee.nl

Totale gekte

Om half zes gaat de wekker. Half zes? Ja, half zes. Niet dat er wordt opgestaan, want dat gebeurt pas om zes uur, zoals door mij gepland. Mariella wilde half zes, zodat ze nog wat koffie kon drinken. Ik zes uur, want om dat uur sla ik koffie graag over. Evenals alles.

Maar Mariella staat nog niet op. Dat gebeurt dus ook pas om zes uur. En om 6:19 rijden we de camperplaats al af. Op weg naar Grand Teton, het park dat aan Yellowstone in het zuiden grenst. Vandaag is het 21 augustus en vandaag gaat de zon 2 minuut 20 schuil achter de maan: het is eclips en heel Noord-Amerika is in de ban zoals alleen Noord-Amerika in de ban kan zijn.

We draaien de parkeerplaats af en ik wil links, maar Mariella zegt rechts. Omdat zij navigeert en ik stuur, luister ik keurig. Maar in mijn beleving heb ik gelijk. Uiteindelijk hebben we allebei gelijk, want mijn route eindigt op die van Mariella, ergens een mijl of wat verderop.

We moeten zo’n 2,5 uur rijden om in Grand Teton aan te komen, daar waar de 100-procentlijn van de eclips ligt. Die varieert van een krappe minuut in het noorden van Teton, tot 2 minuut 20 in Jackson, een plaatsje ten zuiden van.

Wanneer we rijden, komt de zon – onze held van vandaag, al weet hij dat zelf nog niet – langzaam aan mijn zijde op. Ik kijk uit het raam naar rechts en zie rode strepen aan de einder, achter de bergen moet dan nog ergens de zon zijn. Het is nog aardig bewolkt en dat baart zorgen. Op dezelfde hemelbedekking is het in 1999 aardig fout gegaan in Munchen. Okee, we hadden toen een totale eclips en ja, het was enorm gaaf, maar de wolken speelden parten. Het zal toch niet weer...?

Wanneer de zon boven de bergen verschijnt en wij weer aan mijn zijde de eerste grazende bizon hebben gezien, waarvoor we even op een parkeerplaats gaan staan om hem/haar/het (genderneutraal) te aanschouwen, voelt de ochtend voor het eerst als vakantie. Middenin de natuur, kille ochtenddouw tegen je schenen, klamme handen van de vochtkou en stilte. Dat wil zeggen, relatieve. Om de zoveel tijd rijdt er een auto langs, op weg naar.

Heel soms rijdt er een auto de tegenovergestelde richting op. Zou die niet van eclipsen houden, er geen weet van hebben of over een baas beschikken die heeft gezegd dat hij malle pech heeft, maar vandaag gewoon de snackbar moet uitbaten als altijd. Niks eclips.

Zo zien we wel een tiental auto’s de verkeerde kant opgaan. Na dat wij zo’n 60 mijl (100 km) hebben gereden, rijden we Teton in. Dat is het signaal dat we vanaf nu een goede plek moeten gaan vinden. Spannend wordt het, want elke parkeerstrook die we langs de weg zien, is voorzien van een bord ‘Full’, ten teken dat we moeten oprotten. Na een camping te hebben genegeerd, zie ik plots een picknickplaats (met verderop weer zo’n rij langs de weg) en ik besluit het stuur van de camper een ruk naar rechts te geven, onderwijl naar Mariella explicerend dat dit de plek is waarvandaan we de eclips gaan bekijken. We zitten qua lijn op de 1 minuut 20 en dat is niet verkeerd. We verwachten verderop namelijk gierend geen plek meer te kunnen bemachtigen, dus hier in de dubbele acht achter een andere camper inparkeren lijkt geen slecht idee (foto’s komen nog op Instagram – victorbaarn en op Facebook). Ik zet de 4.000 kilo Ford zo goed mogelijk achter een andere camper, zodat er ruimte genoeg is voor andere voertuigen en ga op verkenning uit.

Hier en daar zie ik auto’s staan waarvan ik het vermoeden heb dat die er al langer dan de afgelopen nacht staan. Mensen met vertrokken gezichten – rechtopslapers zien er altijd uit alsof ze worden gemarteld – en onderuitgezakte kaken die snurken suggereren, met dampige ruiten omgeven door kussen en slaapzakken. Dat zijn dus de mensen geweest die de hele nacht hier hebben gestaan, wachtend op die 1 minuut 20.

Ik ga verder met het spotten van mijn nummerbordenreeks en zit al op de ruim 25 staten. Ik boek Florida en North-Dakota erbij, uithoeken, maar hee: alles voor de ruime minuut! Verderop heeft een pick-up zijn klep plat, met erop een barbecue en een rij worsten op de grilplaat voor een half weeshuis. Als ik terugga naar de weg, zie ik dat de berm zo’n tweehonderd meter verderop volkomen is ingenomen door campers en auto’s. Onze picknickplek wordt inmiddels afgegrendeld door een ambtenaar met een pick-up ten teken dat hij deze plek vol acht. Om 12.34 uur zal de zon foetsie gaan en tot ruim na elven zien we mensen met verwarde blikken vol wanhoop langsrijden in de hoop nog ergens te mogen staan. Nee dus. Wij zijn er steeds meer van overtuigd de goede keuze te hebben gemaakt.

We zijn blij een camper te hebben, want voor het pleehuisje dat deze picknick markeert, staat een rij van een man of 15. Wij hebben onze eigen plee bij ons en maken er gebruik van wanneer het ons uitkomt. Wachttijd van maximaal een persoon en gegarandeerd standaard frisheid.

Wanneer we onze stoeltjes neerzetten en onze van huis meegebrachte brilletjes opzetten (Mariella eentje van de Pearle en ik eentje met de datum 11 augustus 1999 erop en de Roemeense tekst dat deze is gemaakt voor de eclips in Roemenie – nee, we weten niet hoe we eraan komen), loopt er een mevrouw langs die bijzonder vriendelijk NASA-brilletjes aan het uitdelen is. En die zijn me een partij goed! Zeker vergeleken met mijn Ceaucescu-bril, maar ook die van de Pearle (tweede bril gratis?) kan de toets der kritiek niet doorstaan nadat we door de NASA hebben gekeken naar de eerste hap die linksboven uit de zon is genomen.

De dame in kwestie wordt bijzonder hartelijk bedankt. Ze komt uit de staat Washington, zie ik aan haar plaat.

En dan is het bijna zover en terwijl ik door mijn brilletje kijk en zie dat we nog een sikkeltje te gaan hebben, zie ik Walter en Walter vindt het niks. Zijn pa sleept hem terug naar de open plek van waaruit je de zon kunt zien verdwijnen, maar hij verdomt het. Hij gaat in de schaduw zitten tussen onze camper en een rijtje bomen, gooit zijn brilletje op de grond en gaat ontzettend vijf jaar oud zitten zijn. Voor hem geen eclips, want pa kijkt inmiddels naar de corona, ik doe dat ook en om mij heen is het gewoon donker. Het is nacht. De bergen boven het meer liggen in het donker, links ervan zijn rode avondstrepen te zien en de sterren aan de volledig heldere hemel beginnen zichtbaar te worden.

Wat een spektakel!

Laat dat maar aan de Amerikanen over. Die kunnen wel een feestje organiseren. Verbluft staren we naar de hemel, kijken elkaar aan en ik beantwoord de opgestoken duim van de vrouw van de vader van Walter – mogelijk zijn moeder – met mijn positief gestemde duim. Dit is werkelijk prachtig, dit is hoe we het in ’99 ook hadden moeten zien. Wanneer is de volgende?

Maar even snel als het spektakel losbarstte, is het ook weer afgelopen. Het is weer dag en langzaam wordt het licht weer normaal. Dus we gooien de stoelen in het achteronder en besluiten zo snel mogelijk de weg weer op te gaan om te voorkomen dat we in een vreselijk lange file terechtkomen. Weliswaar hebben we voor een week eten en voor een dag of vijf drinken bij ons, we zien het niet als een kroon op deze dag om te stranden, we willen nog geisers zien, hamburgers eten en meer van die pret.

Old Faithful heet de geiser op Yellowstone en eens in het uur doet hij waarom hij bekend is: spuiten. We hebben hem net gemist en om 14.50 uur is de volgende (plus en min 10 minuten). Dus dan maar even naar het bezoekerscentrum om ons te overtuigen van het nut van wachten.

In zijn boek A short history of nearly everything schrijft Bill Bryson dat Yellowstone waarschijnlijk de gevaarlijkste plek op aarde is. Dat zit zo: de magma zit hier vrij dicht onder het oppervlak en die kan zomaar losbreken. De vulkaan van Yellowstone wordt gezien als de grootste die er is en als de hel losbreekt, kan dit zomaar een 100 keer ergere uitbarsting tot gevolg hebben dan de Krakatau in 1883 – de grootste vulkaanramp uit de recente geschiedenis. De klap daarvan was op 1.500 kilometer afstand te horen, dus deze knal zal er mogen wezen. Nu is dat een risico dat je altijd loopt, maar geologen zijn ervan overtuigd dat Yellowstone over tijd is. Elke 600.000 jaar ontploft ie (de laatste drie keer zijn gedocumenteerd in het bezoekerscentrum) en het is nu 640.000 jaar na de laatste knal. Ik wil niemand ongerust maken, maar ik stamp sinds ik dat weet iets minder hard met mijn hakken op het asfalt en ik rem iets minder uitbundig met de Ford.

Yellowstone, kortom, is een tikkende tijdbom. En we hebben nog drie nachten geboekt tegen zo’n 40 dollar elk.

Met dit in het achterhoofd, snappen we veel beter waarom er overal om ons heen stoom uit de grond komt. De magma ligt hier zo dicht tegen het oppervlak, dat de meren vanzelf tegen het kookpunt komen. We hebben 10 eieren in de koeling en we zouden best even een testje kunnen doen.

Doen we niet, we laten ons namelijk gewoon snijden door een touringcar die denkt dat Mariella met haar camper geen partij is. Nou, niks. Met al haar kracht slaat ze langdurig op de claxon en snijdt ze net zo hard terug. Voor straf zetten we onze auto op een buslaan. Dat zal ze leren. Bovendien vinden we onszelf ook een bus, met 21 voet en 4.000 kilo en 3 meter hoogte.

We bezoeken nog wat kookpotten, bekijken de rare prismakleuren van de gelijknamige hotspot en keren na een rondtocht van 12 uur terug naar de camping. Uiteraard tanken we onderweg, want ze zijn alweer leeg. Ja, tanken, dat kan hier. Maar internetten? Bellen? Sms’en? Nee, dat wordt lastig. Terwijl Yellowstone de grootte heeft van twee keer Flevoland, kun je er op geen manier naar buiten contact over leggen. Maar wel mooi dat ze aanraden om een app te downloaden waarin je alles te weten komt over de geisers. Handig.

Wanneer we de camper weer op ons stekje neerzetten, laat het idee dat Mariella met haar getoeter de caldera op scherp heeft gezet mij niet los.

Reacties

Reacties

Peter

Gaaaaaaaaaf!

Jan

Darh Side of the moon op de achtergrond?

Jan

Dark dus.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!