america-thirst.reismee.nl

Twaalf

Snelweg A12 van het Malieveld in Den Haag tot de Duitse grens bij Zevenaar is een spannende weg, met veel afwisseling en toch al gauw zo’n 150 kilometer lang. Spannend? Jazeker. Als je vlak voor Gouda op twee banen rijdt, komen er van rechts plots een aantal uit Rotterdam bij. Zie dat maar eens goed te managen, als je op de rechterbaan van de A12 reed en ineens op de derde baan van de nieuwe weg rijdt.

Nou, zo zit de A12 vol spanning en sensatie. En er is ook veel te zien, langs vrijwel de hele route hangen er regenboogstickers op de lantaarnpalen. Zo wordt er ook tijdens het autorijden aan ‘branding’ gedaan. Het merk A12.

Iets soortgelijks treffen we in Zuid-Utah aan: Highway 12, die we oppikken bij Torrey en die we af zullen rijden tot we in Bryce Canyon zijn. Een afstand vergelijkbaar met de A12 in Holland, ware het niet dat wij er veel langer over zullen doen.

In de literatuur staat de weg aangeraden als een ‘moetje’. Dus dat willen we meemaken.

Als we Torrey uitrijden, valt ons op dat het landschap bijzonder vriendelijk is. Bergachtig, maar bebost. Beetje de hoek van Tirol, die we hier in een schaal van 1 op 1 zien nagemaakt. Op de kaart zien we bijzonder veel uitzichtpunten aangegeven, dus dat belooft wat.

Zie ook: https://www.instagram.com/victorbaarn/?hl=nl

Het gaat fors omhoog en de Ford moet stevig zijn best doen om vaart te houden. Dat gaat ons straks weer een tankbeurt kosten. Wanneer we net viewpoint one zijn gepasseerd, komen we op het hoogste punt van de dag, wellicht zelfs van de vakantie: 9.400 voet. Dat is 3.100 meter. Met de auto. Niet raar dat het motortje overwerk moest doen.

En wat op gaat, moet ook weer neer. Inmiddels van boven de boomgrens dalen we af naar weer aanvaardbaar niveau. Het gaat 14 procent naar beneden, dus ook nu weer loeit de Fordmotor in het vooronder. We rijden automaat, en schakelen niet met de hand, dus remmen doen we gewoon op de rem en niet op de motor. Hoeft ook niet, is ons bezworen door Best Time, ons verhuurbedrijf. En het blijkt, want als je maar vaak c.q. lang genoeg op de rem trapt, gaat de motor vanzelf op zichzelf remmen. Ook nu weer met de nodige geluidsoverlast. In veel stadjes staat dan ook dat je gedurende de lengte van de provinciale weg door de stad niet op de motor mag remmen.

Aan de andere kant van de heuvel is weinig reuring. Er ligt een aantal dorpjes (twee) en het landschap wordt weer als vanouds kaal. We stijgen weer fors naar een hoog plateau, waar we aan het einde voor een bijzondere verrassing komen te staan. De 12 laat zich hier in volle glorie zien. Er zijn twee rijbanen, aan beide einden een klein stukje extra asfalt, dat zeker niet gezien kan worden als vluchtstrook en wanneer dit stukje asfalt ophoudt, begint aan beide kanten een afgrond. We rijden dus op de kam van een berg naar beneden. Nu hebben we best al wat kilometers afgelegd, ook in bergachtig gebied, maar dit tart onze ergste fantasie.

Wanneer we in Escalante, een stadje met 700 inwoners en een supermarkt afrekenen, komen we te spreken met de caissiere die hier vol vuur over vertelt. Zij doet dit omdat ik een ansichtkaart in handen houdt die over dit stukje snelweg gaat. De muntafneemster is elke keer weer als de dood als ze over die weg naar Boulder moet, vaak met een trailer en zeker als er van de andere kant een camper komt. Uitwijken kan best een issue zijn, daar op die kam.

Toch zijn er volgens de mevrouw van de kassa in alle jaren dat de weg er ligt, slechts twee doden gevallen. En de reden dat er geen vangrail is aangebracht, is eenvoudigweg omdat er geen ruimte is. De ansichtkaart is gekocht en is mee naar huis. De tekst luidt: The highway of no U-turn. Me dunkt.

We eten nog even een burger bij Nemo’s, gelegen in exact zo’n pand waar ooit Ray Kroc begon met zijn McDonald’s, dus als je ooit een best wel te eten burger tegenkomt die zijn oorsprong vond in Escalante, ik heb ‘m voor Nederland ontdekt. Ze moeten alleen nog wat aan hun huisstijl of hun ‘stijl van het huis’ doen.

Doorgereden naar Bryce, wordt de weg niet meer spannend. Het is het laatste uurtje snelweg van vandaag, beetje vergelijkbaar met het stuk Arnhem-Zevenaar.

In Bryce pakken we de binnencamping (binnen in de zin van ‘in het park’) en rijden we alvast de hele route met de shuttlebus. Beetje voorproeven.

In de bus vraagt een inwoner van Tennessee mij of wij Frans zijn. Nee. Wij zijn ‘Dutch’. Aha, denkt de man. Dan spreken we dus Deens. Op mijn uitleg dat we dat niet doen, maar dat het allemaal wel weer op een of andere manier gelinkt is met Duits en dat we die taal wel machtig zijn, evenals het Frans en dat we een beetje Zweeds kunnen lezen, maar geen Deens, zie ik dat de man opgelucht is dat zijn halte is bereikt.

Veel te ingewikkeld voor de vakantie.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!