america-thirst.reismee.nl

De spruce van Bruce

Wie goed luistert, kijkt en veel leest, heeft het meeste te vertellen, of waar geven wij de voorkeur aan; praatjesverkopende politici, graaiende bankiers, blatende managers, verzuurde journalisten of praatgrage gidsen?

Vandaag leerden wij Bruce kennen. Die eigenlijk Spike heet, maar vanaf nu Bruce wordt genoemd. We kenden zijn naam niet en gingen gokken. Hij had het steeds over spruces, een boomsoort, dus leek Bruce wel gepast.

Zo doen we dat vaker.

Ik herinner mij een chauffeur en gids op IJsland die ons begeleidden van Myvatn naar voorbij de Detifos, ik herinner mij Bill in Vancouver (zie http://we-gaan-op-berenjacht.reismee.nl), ik herinner mij onze gids op Orkney, in het uiterste noorden van Schotland en ik zal Bruce niet snel vergeten.

Soms vraag ik mij af of ik als museumgids ook wel eens in blogs voorkom van bezoekers die mij een uur hebben horen praten over treinen en treinreizen.

Goed, Bruce. Ons middagprogramma. Daar ging een ochtendprogramma aan vooraf. En dat vergde voor de verandering weer eens extreem vroeg opstaan – voor vakantiebegrippen – omdat de zon op zien komen in Bryce onvergetelijk schijnt te zijn.

Om dat te kunnen aanschouwen, moet je om 7:00 uur aan de rand van de kloof staan en om dat voor elkaar te krijgen, moet je om 6:30 uur opstaan, omdat het vanaf het kampeerduintje waar wij een plek hebben ongeveer 10 minuten lopen is.

Op de camping is het nog behoorlijk rustig, mooi moment om andermans tenten te becommentarieren. Nergens hebben we nog een De Waard zien staan, en de teller staat voor Hilleberg op 1, maar wel een kleintje.

Na een paar minuten, gaan we scherp omhoog naar de rand van de kloof en komen we al meer mensen tegen. Wanneer we naar Sunrise Point doorlopen, is het zelfs druk. En het lijkt wel winter. Mensen met dikke donsjacks, dekens, en wat dies meer zij omgegord. Ik heb een trui aan, maar nog wel een korte broek. Mariella zweert bij een lange broek met fleecetrui. Want koud is het. Zo loopt men ook rond; een beetje verdwaasd door het vroege uur en de wind die guur op de botten slaat.

Amper staan we op een redelijk rustig plekje of de meest lawaaiige insect die ik ooit heb gehoord, zoemt boven ons. Heeft een beetje de vorm van een forse tor, en maakt vooral herrie. Nog niet helemaal aangesloten bij de nieuwe tijd, blijk ik me te hebben vergist met een drone. Had ik een mepper mee gehad, had ik β€˜m uit de lucht geslagen. Het met zoveel lawaai omgeven ding bewaar je maar voor op de camping in Bakkum.

Gelukkig wijkt het ding af, zijn de batterijen na een minuut al op of is de lol er vanaf. We zijn β€˜m kwijt. Intussen vecht een bleek zonnetje zich een weg naar boven en verlicht het schouwspel aan kliffen onder ons. Raar idee dat we naar een door erosie aangetaste bodem van de oceaan van een miljoen of zes jaar oud zitten te kijken.

Dat doen we een minuut of tien en dan druipen niet alleen wij, maar ook zo’n beetje alle anderen af. Mogelijk terug naar bed, anders wellicht tot nut van algemeen iets anders van plan zijnd.

Wij in elk geval wel, we struinen wat rond op zoek naar de Lodge. Eerst zien we een niet meer in gebruik zijnde benzinestation aan voor de ontbijtgelegenheid, maar dat wijten we voor het gemak maar even aan het vroege uur. Vanaf de pomp, die met betonblokken is versperd met als boodschap dat β€˜ie echt dicht is, ontwaren we op links zowat verscholen in het woud, de Lodge.

We gaan naar binnen en schrijven ons in voor het ontbijt voor 15 dollar per persoon. Geen geld voor zoveel lekkers – met uitzondering van de croissant dan, want die kunnen ze aan deze kant van de oceaan niet bakken – en we vallen enthousiast aan.

Nadat we voor zowel ontbijt als lunch voldoende middelen tot ons hebben genomen, gaan we op safari. Het stikt hier namelijk van de leuke beestjes die het predicaat Utah in hun naam hebben staan, dus vast alleen hier voorkomen. En dat is zo, de bijna uitgestorven Utah Prairie Dog is schaars en vooral hier in het park verkrijgbaar. Op het dieptepunt waren er nog zo’n 3.300. Maar dat zijn er nu meer.

We zien ze al een aantal dagen keurig op de uitkijk staan bij hun holletjes. Op hun achterpootjes, voorpootje gevouwen alsof ze aan het bidden zijn, spieden ze de omgeving af op zoek naar hun vijand. Is die in zicht, dan waarschuwen ze elkaar en duiken hun acht voet diepe holletjes in. Wij sluipen door een stuk dennenbos, en gaan zitten op een dode boomstam. Muisstil en in de hoop dat ze verschijnen. Dat doen ze, maar op afstand. Met de 18-55 lens krijgen we ze wel scherp, maar slechts piepklein. Had ik nu toch maar die tele gekocht, die een tijdje geleden voor weinig in de etalage op de Gedempte Gracht in Den Haag (hoek Wagenstraat) werd aangeboden. De kenner weet wie ik bedoel.

Nu goed, een half uurtje hondjes kijken is genoeg, we hebben voldoende koppies gezien en ons plezier met de beestjes gehad. Terug naar het bezoekerscentrum alwaar de wifi wacht en we een toer voor de middag gaan boeken. Inderdaad, met Bruce.

We zitten om 13.30 uur keurig in de brandende zon te wachten en net op het moment dat we ons verbazen over het ontbreken van zonwering bij de belangrijkste bushalte van het park – bij het bezoekerscentrum – terwijl alle andere bushaltes wel een dakje hebben, komt de speciale bus voorrijden. Speciaal in de zin dat er niet Shuttle op de voorkant staat, maar Rainbow Tour.

We stappen in en zoeken een plek.

Bruce is 77 en nog steeds actief, woont in Henrieville en vertelt ons alles over zichzelf, zijn familie, het park, de dieren, de bomen en ga zo maar door. In de drie-en-half uur dat we zijn gast zijn, raakt hij niet uitgepraat. En hoewel hij bij de uitstappunten redelijk mobiel is en iedereen zijn gang laat gaan, heeft hij een groot gevolg achter zich aan die geen woord willen missen van zijn verhaal.

Hij laat ons zien en ruiken. Van sommige planten, is namelijk de geur zo bepalend, dat we dat moeten opsnuiven. Zo heeft hij een bes te pakken, die hij direct weet te koppelen aan Germany. Op ons aangeven dat we uit Holland komen, weet hij ook de naam in die taal: jeneverbest. Die t aan het eind vergeven we hem, we willen hem zelfs niet ervoor corrigeren, want geheel tegen mijn natuur in is.

Wanneer hij ons na de toer weer bij het bezoekerscentrum afzet, weten we niet of we gesloopt zijn door de intensieve dag, het vroege opstaan, de warmte of het verhaal van Bruce.

In elk geval was de dag hectisch genoeg om de middagdut over te slaan en direct door te gaan naar het rijgen van de spiesjes voor de barbecue. Die is nu klaar, dus dit verhaal ga ik morgenochtend pas op het web plaatsen als we weer wifi hebben van het bezoekerscentrum.

Te moe om er nu nog heen te lopen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!