america-thirst.reismee.nl

Lunchen in de stad

De afspraak stond al een week of anderhalf, op zaterdag 9 september met Wouter in San Francisco. Hij is er voor werk, wij voor plezier. We zien een mogelijkheid dit te combineren.

Voordat het zover is, zitten we nog in onze kamer in Half Moon Bay, een mijl of 40 van Frisco af. De avond duurt wat langer dan normaal, omdat we tv hebben en we eerst nog eens willen weten hoe het ervoor staat met de diverse orkanen – die hier net zover vandaan zijn als dat Nederland dat is – om vervolgens een aloude klassieker te kijken: A few good men, met Tom Cruise en Jack Nicholson. Topfilm die thuis weliswaar in de kast staat en hier nu voor de 12e keer wordt bekeken, maar dat is nog niet genoeg. Thuis weer.

We staan tegen negenen op en ontbijten wat in het hotel. Matige keuze, slappe koffie, veel zoet. Beetje standaard Amerikaans ontbijt. Het zwembad dat achter het hotel ligt en dat we vanuit het onbijt kunnen zien, laten we ondanks het voornemen, links liggen. Te koud. Het is geen Moab, het is geen Bakersfield, het is Half Moon Bay en dat betekent, miezer, kou en laaghangende bewolking.

Op naar San Francisco met de de 8,5 voet brede bus. We hebben afgesproken in de Presidio, wat ik me van 1994 nog herinner als een wijk waar je redelijk gemakkelijk je auto kwijt kunt. Bovendien kunnen we er komen zonder dwars door de stad heen te hoeven toeren, want dat is met de grootvoeter geen genoegen.

Toch gaat het redelijk soepel. We raken maar een keer de weg kwijt en daar keren nu mijn nieuwe hobby is, gooi ik de auto gewoon op een straat om, om vervolgens weer terug te keren naar de goede route.

Nee, het rijden is niet het probleem. Het probleem is het elkaar vinden. Ergens langs de kust, bij de Presidio. Probeer het eens bij het oude fort onder de Golden Gate. Prima idee, maar dan moet je er met de bus wel kunnen komen. Een slagboom gooit roet.

Dan weer gebeld, blijkt dat de een beneden aan het water staat en de ander de bovenroute heeft genomen. Maar... na 15 minuten heen en weer lopen en heen en weer bellen, ziet Wouter een Coachman Freelander staan die anderhalve parkeerplek inneemt. Dat moeten wij zijn.

Wij zijn het en onze rendez-vous is gelukt. Nu nog zien dat we een betere parkeerplek vinden, waar ook nog eens een 23-voeter past (lengte). Die vinden we en niets staat een lunch in de weg. Nou ja, niets. We staan nog wel op de Presidio, en dat is een plek waar eetgelegenheden nog moeten worden ontwikkeld.

Naar de Fisherman’s wharf dan maar. Met de bus. Punt is wel dat we geen idee hebben waar welke bus gaat. Althans, Wouter is met een bus gekomen, maar waar de bus terug gaat?

We lopen wat en vinden een getal op een lantaarnpaal (30). Dat schijnt een bushalte te zijn. Of er een bus komt en wanneer is een kwestie van afwachten. Het feit dat er draden boven de weg hangen ten teken van trolley, vinden we dan weer wel geruststellend. Maar voorlopig komt er niks. Niet binnen tien minuten, maar ook niet na een kwartier.

Om nu te voorkomen dat we hier over een week nog staan – Wouters vliegtuig gaat morgen en wij willen voor donker een kampeerplek hebben – vragen we aan twee locals of ze local zijn en of ze weten hoe dat zit met een bus. Op beide vragen krijgen we een positief antwoord. En ze pakken beiden hun mobiel om de route en de tijden te checken.

We staan aan het einde van een cirkel en zouden eigenlijk drie blokjes moeten lopen, dan een blok naar links gaan en daar de bus nemen. De 30.

Wanneer we bij de betreffende halte staan, zien we de twee locals weer, maar nu in hun auto en ze staan voor het verkeerslicht. Vrolijk zwaaien we naar ze en goedkeurend zwaaien ze terug: we staan op de juiste plek.

Nog geen vijf minuten later zitten we voor 2,75 per persoon in de bus naar de werf, waar het een drukte van belang is. San Francisco heeft net als Amsterdam te maken met een overpopulariteit van de stad en een te grote aantrekkingskracht op toeristen – waar wij overigens ook toe behoren.

Dat wreekt zich vooral op de werf, waar het druk is en vol en waar matige tentjes vechten om aandacht en de mogelijkheid waren te venten. Wij willen even goed en lekker eten en zien een krabrestaurant dat er acceptabel uitziet. Onderwijl worden we nog bijna plat gereden door een echte PPC-tram, een klassiek en museabel exemplaar. Lijkt een beetje op de oude Haagse trams (zie Instagram) en dat klopt, ze zijn van dezelfde soort. We zien er twee, eentje met oorsprong Detroit en eentje met oorsprong Mexico City. Prachtige exemplaren waar we het ritje mee bewaren tot volgende week, als we hier weer terug zijn.

De keuze voor het restaurant, is behoorlijk accuraat geweest. Topvoer, al is niet alles in de vishoek weg te zetten: we nemen oesters (Mariella) en mortadella en gedroogde ham (Wouter en ik) en mosselen en garnalen (Mariella) en fish en chips (wij).

Eten goed, kout goed, maar dan is het plots vier uur ’s middags en moeten we foetsie, terug in een taxi naar de bus. Goede keuze dat we niet met de bus hierheen zijn gegaan, want de drukte is enorm en de taxi komt er maar met moeite door. Ook al omdat hij niet begrijpt waar we heen willen en wij ook een beetje zijn vergeten hoe het heet.

Uiteindelijk schiet mij het Museum of fine arts te binnen, alwaar we op de 30 zijn gestapt. Daar om de hoek is onze bus geparkeerd en hopelijk staat hij daar nog. 20 dollar later kan ik me inderdaad verkneukelen aan het feit dat de bus er in ongeschonden staat staat. Nu stonden we tegenover twee bussen die er waarschijnlijk al een seizoen of 8 a 12 staan in soortgelijke conditie, dus we hadden de indruk dat het wel goed zat. Het zat goed.

Vervolgens de Golden Gatebrug over, waar ik een eenmalige overtocht in tolgelden heb afgekocht via het internet – dat werkt dan weer wel – en we zien de brug in volle mist. Aan de overkant wordt het nog spannender, want daar giert de mist over de heuveltoppen op zo’n manier, dat het wel een rookkanon lijkt bij een popconcert.

De wind teistert mijn bus en de breedte wreekt zich nu zo dat niemand me nog durft in te halen. Als windvanger gaat mijn bus keurig niet strak rechtdoor, maar slingert over de rijbaan. Gaat goed.

Wat minder goed gaat, is het vinden van een camping. De afstanden zijn nu ook weer groot en wanneer we op de door ons begeerde plek aankomen, blijkt het vol. Die ochtend hadden we nog gekeken op internet en wilden we online boeken, maar dat werkte dus weer eens niet. Als Europeaan kun je hier op geen enkele manier zaken doen. Websites zijn erop ingericht, maar puntje bij paaltje weigeren ze dienst.

Dan maar doorrijden en kijken wat het oplevert. Pure mazzel heet dan Bodega Bay RV Park.

Alleen jammer dat we geen hond hebben. Iedereen hier heeft een hond en onze camper staat op de route van de hele camping naar het uitlaatveldje even verderop. We hebben nu alle gasten al twee keer gezien en gegroet. Een keer bij naar het veldje en een keer terug.

We hebben er een dagtaak aan.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!