america-thirst.reismee.nl

Zonder baken

Als je de sequoia’s hebt gezien, denk je dat je er wel bent. Niet dus. Er zijn bomen die zeker evenveel, of wellicht nog wel meer indruk maken. Dat zijn de Redwood pines; dennen van grote omvang en vooral hoogte.

In Redwood State Park, in Guerneville op de 116 middenin het stadje linksaf, staan joekels. Het is slechts een staatspark, maar we hebben unaniem besloten dat dit het predicaat nationaal verdient. Er is een complicatie in de zin dat er in het noorden, vlak bij Oregon, al een staatspark is gewijd aan deze knoeperds, maar dat vinden wij geen probleem. Ter plekke besluiten we dat dit een staatsaangelegenheid van de hoogste orde betreft.

Hierdoor komt het aantal door ons bezochte parken van de hoogste orde op 15: Lake Mead, Zion, Yellowstone, Grand Teton, Dinosaur, Arches, Canyonland, Monument Valley, Natural Bridges, Capitol Reef, Bryce, Grand Canyon, Sequoia, King’s Canyon en deze.

Deze was gratis, mits te voet het betaalhok gepasseerd. Per auto is het acht dollar per inzittend hoofd. Wij wilden al lopen en werden hiervoor passend beloond.

Direct achter de poort gaat het al los met de bomen, de ene is nog hoger dan de ander en geen doet qua dikte voor elkaar onder. Sommige bomen zijn gebaseerd op een soort van oerboom, een dikke stam waar andere bomen uitgroeien, waarbij wij het record op 10 nieuwe bomen (en twee dode) stellen. Dat geeft ongeveer weer hoe dik de stammen zijn.

Als er veel bomen in een bos staan, zijn er altijd een aantal die extraspeciaal zijn. Zo ook hier: een ervan heeft pegels, dat zijn naar beneden groeiende uitsteeksels. Redelijk uniek. Twee andere doen een wedstrijd wie er het hoogste is; de een is 100 meter en de andere 103. Schijnt dat de allerhoogste Redwood pine de 150 meter haalt. Dat is de hoogte van de Kathedraal van Keulen, of om het iets dichter bij huis te houden: het Strijkijzer naast station Hollands Spoor in Den Haag.

Van al dit moois krijg je honger en dan is het goed als er een champagneboer in de buurt is. Korbel hadden we gisteren al bezocht, maar nog niet de afdeling delicatessen. En die is behoorlijk. Ik neem een broodje Italiaanse vleeswaren en Mariella een broodje uit elkaar getrokken zwijn. Het broodje dat ik uitkies, doet me sterk vermoeden dat het tijgerbrood is, maar het wordt mij aangeduid als Dutch bread. Nu aan, tijgerbrood dus. En een partij lekker.

Met echte espresso werk ik het geheel weg, terwijl Mariella om half drie lekker aan de champagne zit. Nu kunnen we al weken nauwelijks goede koffie krijgen, behalve in Grand Canyon en omstreken waar het twee keer achter elkaar raak was, en nu dus weer. Bij Korbel en vanochtend al in een openluchtmuseum in Duncan Mills. Daar stonden ook vier treinwagons uit rond 1900 die in de jaren 80 gerestaureerd waren en mijn spoorwegkennersoog merkte op dat het de hoogste tijd is voor een nieuwe restauratie. De verf van de houten wagons spatte er alleen al bij het kijken ernaar er vanaf.

Na Korbel, gaan we op zoek naar een kampeerplaats. De afgelopen dagen ging dat bijzonder moeilijk, dus doen we dit nu met iets meer tijd en precisie. Met overigens hetzelfde resultaat, namelijk nul op het rekest.

Wanneer we in Glen Ellen hopen op positief nieuws op het slaapfront, kijken drie cassieres in de supermarkt elkaar vragend aan. ‘Een RV-park in de buurt? Geen idee...’ Heel jammer, maar toevallig wel de mooiste supermarkt die ik ooit heb gezien. Nog nooit zulke mooi opgemaakte versafdelingen en de paden met houdbaar zijn zo mogelijk nog aantrekkelijker. Ik overweeg emigratie naar dit stadje.

Edoch, we moeten door op onze zoektocht. Dan maar naar Sonoma, daar hebben we tenminste een adres van een RV-park: Arnold Drive nummer 29355. We starten op 20000 en moeten dus nog een eindje. Na 5 mijl is het nog steeds de Arnold Drive en nog steeds niet het juiste nummer. De ervaren volger van America Thirst weet inmiddels al hoe dit zal aflopen. Na het circuit – waarnaar het RV-kamp is vernoemd – splitst de weg in ‘naar San Francisco’ en ‘naar Valejo’. Van Arnold niks meer te zien en op de andere rijbaan staat een dikke file. Dus wij door richting San F., al willen we daar helemaal niet heen.

Op een parking maken we een noodplan, we zullen naar de 101 rijden en weer noordwaarts gaan en het daar proberen in Rohnert Park. Wanneer we een stukje rijden, zie ik een plaatje van een caravan en we buigen af. Vervolgens zien we niks meer en gaan we aan een garagist maar eens even opheldering vragen. Nee, geen camping. Wel eentje in San Rafael, genaamd China Camp.

Meer dan een stadsnaam hebben we niet. Alhoewel op de niet zo gedetailleerde kaart wel het park staat aangeduid. Op de gok rijden we er bij een van de zes afslagen af en rijden – nog steeds op de gok – naar een kruising waar de goklust opraakt. We vragen bij een benzinestation om kaarten van de regio, maar de enige kaart die hij heeft staat al zolang in het rekje, dat het een amorf ding is geworden dat nooit meer schadevrij zal kunnen worden uitgevouwen.

We verzuchten de vraag of de pombediende wellicht China Camp kent. ‘You don’t need a map for that!’ Mooi, we zaten dus echt goed. Op de kruising die we hadden uitgekozen en waar ons geluk op was, hadden we alleen maar naar links gehoeven en dat helemaal moeten uitrijden. Waren we er vanzelf gekomen.

De rest is een eitje, behalve dan dat er geen campers op de camping passen. We mogen wel een nachtje op de parkeerplaats staan. Maakt ons het uit, allang blij dat we wat hebben.

Bovendien hier geen misthoorn. Wel het constante getjirp van krekels, dus van stilte is nog steeds geen sprake. Wel van extreem donker. Wij zijn de enigen die licht maken.

En dat gaat zodirect lekker uit.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!